Een duikopleiding start in het zwembad. In deze gecontroleerde omgeving leer je een aantal technieken die de basis vormen voor de rest van je duikcarriere, zoals:
Daarnaast is er een theoretische opleiding nodig waarin enkele basisbeginselen van het duiken worden uitgelegd. Ook een les eerste hulp bij duikongevallen komt hierin aan bod. Veiligheid is uiteraard heel belangrijk.
De opleidingen worden per inidividu en volgens eigen tempo gegeven, zodat iedereen een kans op slagen heeft.
Om deze eerste fase af te sluiten hoef je geen examen af te leggen. Je wordt immers voortdurend geëvalueerd door jouw lesgevers. Zij weten wanneer je klaar bent om je eerste stappen in open water te wagen.
De eerste 2 duiken gebeuren onder begeleiding van een instructeur. De volgende 13 duiken onder begeleiding van een instructeur of assistent-instructeur.
Tijdens deze duiken leer je omgaan met je duikmateriaal en wen je aan de onderwaterwereld met al zijn facetten.
Na je eerste 5 duiken kan je gehomologeerd worden tot 1* duiker. Dit is het basisbrevet dat aantoont dat je een basisopleiding genoten hebt.
Hier stopt het voor de meesten niet, uiteraard ben je vrij het bij een brevet van 1* te houden als dit voor jou voldoende is. De meeste duikers willen evenwel op termijn zelf duiken leiden en hiervoor streef je het best naar een hoger brevet.
Op basis van extra zwembadtrainingen, waar je nog meer technieken aanleert, theorielessen over o.a. duikfysica en duikgeneeskunde en openwaterproeven kan je, na het doorlopen van examens, je brevet van 2* duiker of zelfs 3* duiker behalen.
Als dit voor jou nog niet volstaat kan je verdere opleidingen volgen om assistent-instructeur of zelfs instructeur te worden.
